Didamarrest bij verhuur en erfpacht
2 januari 2023Moet een bestuursorgaan een nadeelcompensatieregeling vaststellen bij het nemen van een verkeersbesluit?
26 januari 2023Een provincie die een perceel landbouwgrond verkoopt, moet aan de eisen uit het Didam-arrest voldoen.[1]
De Provincie Fryslân (provincie) is sinds het jaar 2014 verantwoordelijk voor de ontwikkeling en realisatie van natuur. Als onderdeel daarvan zet de Provincie in op de permante omvorming van landbouwgrond en het inrichten van deze gebieden binnen het Natuurnetwerk Nederland.
Op 11 oktober 2022 heeft de provincie op haar website het voornemen bekend gemaakt om met een partij een koopovereenkomst te sluiten voor percelen grond van de Provincie nabij de Rogmonepaed en de Schoterlandseweg in Hoornsterzwaag. De belangrijkste eis die de provincie in essentie van belang acht, is dat de koper de grond moet gaan inzetten voor de realisatie van provinciale beleidsdoelen op de grond. Met de verkoop van de grond wordt 67.870 m2 grond omgevormd naar natuur middels de SKNL regeling.
De Hoge Raad heeft in het arrest van 21 november 2021, Didam-arrest, ECLI:NL:HR:2021:1778, bepaalt dat een selectieprocedure moet plaatsvinden bij een dergelijke verkoop van gronden van de overheidsinstelling. Echter kan een dergelijke selectieprocedure achterwege blijven indien bij voorbaat vaststaat of redelijkerwijs mag worden aangenomen dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria slechts één reële gegadigde in aanmerking komt voor de aankoop.
In onderhavige zaak, stelt de provincie dat een selectieprocedure niet nodig is, omdat er een overeenkomst met een particulier wordt afgesloten die zijn eigen grond zal gebruiken om natuurdoelen van de provincie te realiseren. Er is om die reden sprake van maar één serieuze gegadigde, aldus de provincie.
Een derde partij heeft contact gezocht met de provincie na de publicatie en interesse getoond in het project, in ieder geval voor één/twee van de percelen landbouwgrond doe omgevormd worden in natuur.
Namens de provincie is telefonisch aan de geïnteresseerde meegedeeld dat de provincie al met twee particulieren een overeenstemming had bereikt voor landbouwgronden die omgevormd worden tot natuur, daarvoor is ook al de bedoelde subsidie, SKNL-subsidie, verleend.
De hamvraag
De hamvraag luidt: volstaat de motivering van de provincie/heeft de provincie aan de eisen van het Didam-arrest voldaan?
Het oordeel van de voorzieningenrechter
Het oordeel van de voorzieningenrechter is dat weliswaar de provincie niet verplicht kan worden om de gronden te verkopen. Echter, als de provincie dat wel wil doen, dient zij een openbare selectieprocedure te doorlopen en objectieve selectiecriteria middels haar eigen beleid – die vooraf bekend wordt gemaakt – tot selectie over te gaan. De objectieve selectie-- eisen ontbraken. Daarom heeft de voorzieningenrechter, in het bijzonder, de vordering tot het doorlopen van een correcte selectieprocedure voor het sluiten van een overeenkomst wel toegewezen.
Dit lijkt mij een juiste beslissing, omdat de Hoge Raad in het Didam-arrest duidelijk objectief toetsbare criteria middels beleid als voorwaarde stelt en daar heeft deze provincie kennelijk te makkelijk over gedacht.
Door: mr. K.G.O. (Kwaku) Afriyieh
[1] Rechtbank Noord-Nederland, 14 december 2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4685