Een provincie die een perceel landbouwgrond verkoopt, moet aan de eisen uit het Didam-arrest voldoen
2 januari 2023Moet een verkoper van een kantoorpand met huurder erin, de koper informeren over hoe het financieel met de zittende huurder gaat?
26 januari 2023Bovenstaande vraag stond centraal in een zaak die op 30 december 2022 door de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, de bestuursrechter, werd behandeld.
Waar ging de zaak in essentie over?
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, Bloemendaal en de gedupeerde Staten van de provincie Noord-Holland, hadden een aantal verkeersbesluiten genomen in verband met de Grand Prix, formule 1 reces in het jaar 2021 en 2022. De verkeersbesluiten houden onder andere in dat er tijdens het evenement, formule 1, eenrichtingsverkeer gold, parkeren vlakbij Bloemendaal aan zee kon niet. Kortom, een parkeerverbod gold, een voetpad en een fietspad werden opgeheven. Er waren wel speciale voetpaden en fietspaden aangewezen. Er golden ook speciale taxiplaatsen. Een aantal toegangswegen nabij het strand, Bloemendaal, waren afgesloten (Zeeweg). Een horecaondernemer met een strandpaviljoen is tegen de verkeersbesluiten opgekomen. Eerst in bezwaar en later in beroep. Zijn onderneming bevindt zich op het duingebied. In essentie komt het erop neer dat het strandpaviljoen door de verkeersbesluiten zeer moeilijk te bereiken is, 2 kilometer verder op met de auto. De besluiten waren al van kracht voordat het evenement was gestart, waardoor veel mensen al dachten dat de onderneming gesloten was. Het strandpaviljoen was met de auto nagenoeg onbereikbaar.
De voorvragen
Procesbelang?
Tijdens de procedure was het evenement al voorbij, de vraag luidt: heeft de horecaondernemer procesbelang? De rechtbank heeft deze vraag met een ja beantwoord, omdat het om een terugkerend evenement gaat.
Belanghebbende?
De vraag die ook beantwoord moest worden was of de horecaondernemer belanghebbende was. Deze vraag werd ook bevestigend beantwoord. Immers, door de verkeersbesluiten werd hij als ondernemer rechtstreeks geraakt. Men kon zijn strandpaviljoen nauwelijks bereiken. Hij heeft dus bijzonder belang als individu.
Hoe zit het met een schadevergoedingsregeling/nadeelcompensatieregeling?
De rechtbank stelt voorop dat de bestuursorganen een beoordelingsruimte hebben bij het nemen van dergelijke besluiten. Dit betekent dat zij niet de noodzaak voor het nemen van dergelijke besluiten dienen vast te stellen. Zij dienen enkel de relevante belangen af te wegen. Daarbij is artikel 2 van de Wegenverkeerswet leidend. De rechtbank oordeelt dat de bestuursorganen goed hebben uitgelegd waarom er geen sprake is van zodanige schade van omvang bij het nemen van de verkeersbesluiten, waardoor vooraf een nadeelcompensatieregeling noodzakelijk zou zijn. Zo had de horecaondernemer in verband met dezelfde verkeersbesluiten al in 2021 een verzoek om nadeelcompensatie bij de gemeente Zandvoort. Hij zou destijds een schade lijden van € 27.000. Omzetverlies van € 80.000 in desbetreffende periode met een correctie wegens variabele bespaarde kosten. De jaarlijkse omzet zou €2.5 miljoen zijn. De rechtbank volgt wat het bestuursorgaan aanvoert. Het was niet aannemelijk dat de omzetverlies van €80.000 ervoor zou zorgen dat het bedrijf in gevaar kwam of bijvoorbeeld faillissement dreigde. Om die reden werd het verzoek om nadeelcompensatie afgewezen.
Conclusie & lering voor de praktijk
De conclusie is dat bestuursorganen beoordelingsvrijheid hebben bij het nemen van verkeersbesluiten. Zij hoeven enkel de belangen af te wegen door te onderzoeken of het besluit ernstige nadele gevolgen met zich mee kan brengen voor de ondernemers. Als het antwoord een neen is, dan hoeft er dus geen nadeelcompensatieregeling vastgesteld te worden. Zelfs als de verkeersbesluiten nadelige gevolgen met zich meebrengen, bestaat niet automatisch recht op nadeelcompensatie. De ondernemer die daar een succesvol beroep op wenst te doen, moet dit gemotiveerd met cijfers doen en daaruit moet blijken wat voor ernstige gevolgen de besluiten voor de onderneming heeft. Bijvoorbeeld ernstig verlies? Dreigt er faillissement. De lat liegt dus hoog voor de ondernemer.
Door: mr. K.G.O. (Kwaku) Afriyieh, advocaat aanbestedingsrecht, vastgoedrecht en omgevingsrecht.